Ik sta op het bovendek van de veerboot. Het is prachtig weer, maar venijnig koud. Weggedoken in mijn wollen sjaal leun ik tegen de reling. Ik adem diep de zilte zeelucht in. Harlingen verdwijnt langzaam uit beeld. De zon staat laag aan de blauwe lucht, het water schittert. De brede vaargeul meandert door het beeld van drooggevallen zandbanken. Een klipperaak passeert, de rode en groene boeien dansen op de golven. Boven mijn hoofd cirkelen krijsend wat meeuwen rond.

In de verte doemen de eilanden op, de karakteristieke vuurtorens steken prachtig tegen de horizon af. De scheepshoorn klinkt indringend als we de haven nabij het historische dorpje naderen.

Dit voelt als ’thuiskomen’

Eenmaal op de kade lijkt het alsof we in een mierennest terecht zijn gekomen. Mensen zoeken hun bagage. Families omhelzen elkaar. Busjes staan klaar om de koffers te vervoeren. Sleutels worden opgehaald bij de tegenoverliggende VVV. Maar nog geen half uur later is de rust alweer teruggekeerd. Iedereen is op weg naar zijn of haar bestemming. Inmiddels hebben wij in de Dorpsstraat ook onze fietsen gehuurd. En slingerend met onze handbagage aan het stuur, fietsen we het dorp uit en rijden we door het bos richting de duinen.

Ons vakantiehuisje ligt aan de bosrand, vlakbij het strand. Het witte stulpje staat trots op een hoog duin in de stralende zon. De sneeuwklokjes naast het pad, vergezellen ons tijdens de weg omhoog. Zodra ik de sleutel in het slot steek en de deur open doe, rennen de kinderen mij voorbij. Elke deur wordt opengezwaaid, elke kamer zorgvuldig bekeken. En terwijl wij nog op de mat staan wordt ons al verteld welke slaapkamer uitgekozen is en wie in welk bed slaapt. Vervolgens gaan ze op zoek naar het gastenboek en de map met de gebruiksaanwijzingen. Want wat moeten pubers zonder wifi? En als na enige tijd de schermpjes oplichten, pak ik de koffers uit, maak de bedden op en vul de koelkast.

Eerst maar eens een wijntje…

We boffen met het weer. En omdat de kids nu al wat ouder zijn, besluiten we om ‘de punt’ te gaan lopen. We steken eerst een duinenrij over en komen dan op een bijna verlaten strand. We zetten koers in oostelijke richting. In de verte ligt Terschelling in de blakende zon. Het is helder en de Brandaris is goed te zien. Het lijkt alsof de witte wolken op het strand zijn gevallen. De kinderen banjeren met hun laarzen lekker door het schuim. Op het oostelijke puntje buigen we weer wat af naar het zuiden, richting de jachthaven. Vanuit de haven zien we het dorp alweer in de verte liggen. Met het vooruitzicht dat we straks op een terrasje zitten met wat lekkers, lopen zelfs de kinderen nu een stapje harder.

Ook fietsen we die week naar het Posthuys. Een aantal jaren geleden met een kind voor- of achterop. Maar nu op hun eigen fiets. En de kleinste hoeft inmiddels ook niet meer geduwd te worden. Daarentegen moeten wij nu trappen om ze bij te houden. Gelukkig hebben we het in de duinen voor de wind. Want er zitten een paar beste klimmetjes tussen. Maar wat is het hier mooi. Op het smalste stuk zie je zowel de Noordzee als de Waddenzee. Hier en daar wat bos en uiteindelijk zien we het rode dak van het Posthuys. We zijn er nu bijna.

Veel westelijker kun je ook niet komen. Vorig jaar zijn we met de Vliehors Expres door de Sahara van het Noorden gereden. Dat is de enige legale manier om het stuk dat als militair oefengebied fungeert, te ontdekken. Zeker de moeite waard om een keer te doen.

Na een welverdiende pauze gaan we langs de waddenkust weer terug. Windje tegen, dat wel. Maar het uitzicht is overweldigend. Goed excuus om de fiets even langs de kant van de weg te zetten en foto’s te maken. Vlakbij het dorp slaan we linksaf, want voor een weidser uitzicht moet je wat hoger klimmen. De vuurtoren is op gezette tijden ook voor het publiek geopend.

Na een week onthaasten, met veel wandelen, fietsen, vliegeren, zandkastelen bouwen en natte voeten in rubberen laarzen, terrasjes, wijntjes en het lezen van boeken is het tijd om weer naar huis te gaan. Eigenlijk willen we nog niet. Maar de auto staat op het vaste land op ons te wachten.

En daar sta ik weer op het bovendek. Weggedoken in mijn sjaal, leunend tegen de reling. Alsof de film weer opnieuw wordt afgespeeld. Alleen nu in tegengestelde richting. En de scheepshoorn klinkt…

Martina Leeuwenburgh – van der Laan

Deel jouw reisverhaal!